nagesh badu vYcH7pI6v1Q unsplash 111814964547

Coaching: wie anders naar zichzelf kijkt, ziet meer

Diese Seite ist auf Deutsch nicht verfügbar. - lesen auf Niederländisch:


‘Wat heb ik nodig om met plezier en behoud van energie te kunnen werken?’ Deze vraag kom ik als coach in allerlei vormen tegen – dikwijls gesteld door harde werkers, mensen met een groot verantwoordelijkheidsbesef en door snelle denkers, die de lat hoog leggen. Ze wandelen mijn coachpraktijk binnen wanneer ze merken: zo ga ik het niet lang meer volhouden… Wat helpt dan? Bij zo’n vraag? Ik neem twee geanonimiseerde situaties uit mijn coachpraktijk als voorbeeld van hoe het kan gaan. 

 

Bea

Zo was er Bea, een inspirerende vrouw vol ideeën en ambitie, met een veeleisende baan als directeur. Het werk ging goed, haar vraag ging over haar eigen inspiratie…: ‘hoe zorg ik dat ik die niet kwijtraak? Dat het werk mij blijft voeden? Dat ik er plezier in houd?’ Zo rond het vierde coachgesprek kwam ze vermoeid, bijna verslagen, binnen. Ze had een groot verlies geleden: een naaste die al een tijdje ziek was, was overleden. En ze voelde zich ineens, zoals ze zei, zielsmoe.

Blijkbaar wilde ze toch naar de coaching komen, dus vroeg ik: als je nu zou toegeven aan die vermoeidheid, wat zou je dan het liefste doen? ‘Eigenlijk? Languit liggen’, lachte ze. Ik nodigde haar uit zich comfortabel op de bank te nestelen. We deden een korte lichaamsgerichte oefening, gericht op ontspanning. De vermoeidheid hoefde niet weg, die mocht er gewoon zijn. Na een kort gesprekje over haar verlies en over hard werken en rusten nodigde ik Bea uit om in beelden uit te drukken hoe ze nu vaak aan het werk is en hoe ze dat zou willen doen.

Het eerste beeld was van een trektocht door de bergen, langs mooie vergezichten en steile kliffen, door weer en wind, met haar voorop. De huidige situatie. Als luisteraar liep ik zo ongeveer mee, en ik voelde dus ook wat het met me deed: het was avontuurlijk, maar ook spannend, mijn adem zat hoog, ik moest wèl opletten… Mijn reflectie deed haar lachen: ‘dat is eigenlijk wel een beetje hoe het is: werken met mij’. Vervolgens kwam er een heel ander beeld als het ging over de gewenste situatie… een moestuin. Waarin zij zaait, plant, snoeit en wiedt, maar waarin dingen ook hun eigen tempo hebben en niet alles valt te controleren. Een rol als tuinier is heel anders dan die van expeditieleider. Het gaf haar ineens allerlei ideeën, alsof er een lampje aangegaan was: hoe kan ik de moestuinmetafoor meer een plek geven in mijn werk? Ontspannen en vol inspiratie ging ze weg.

 

Karl

Iets vergelijkbaars, en tegelijk heel anders, gebeurde met Karl, leidinggevende in een grote instelling. Hij zat niet goed op zijn plek, wilde zoeken hoe hij beter zijn positie kon innemen in het interne en externe krachtenveld, maar ergens halverwege de coaching besloot hij om naar een andere werkplek te zoeken. Het gesprek dat volgde wilde hij graag benutten om te onderzoeken wat voor hem een goeie omgeving zou zijn: ‘waar moet die aan voldoen? Wat is een setting waarin ik kan bijdragen aan maatschappelijke doelen, en tegelijk zelf kan floreren?’

Ik nodigde hem uit om daar eens niet heel lang over na te denken, zijn analytische kracht en ratio even op de achterbank te houden, en losjes te brainstormen. Beelden uit te nodigen. Hij kwam wat aarzelend op gang, al pratend. Het woord ‘verrassend’ kwam een paar keer voorbij en leek voor mij een bepaalde lading te hebben. Een korte check bij hem leerde dat het klopte: dat had aantrekkingskracht. Daarom gaf ik hem een stift en de uitnodiging om te gaan staan en op het whiteboard alles te schrijven wat er bij hem op kwam met dat woord als vertrekpunt. Een vloeiende woorden- en gedachtenstroom was het gevolg. In no-time stond de flip vol met tekeningen, woorden en pijlen. Er kon in zijn hoofd ineens van alles en creativiteit was een rode draad. Niet in de zin van schilderen en toneelspelen, maar in de zin van ongewone combinaties maken, speelse interventies verzinnen en dus ook: bij een whiteboard vrijelijk associëren en tekenen. Het was een openbaring voor Karl om te ontdekken dat die kant zo belangrijk was en hem zo makkelijk af ging. En er ontstonden allerlei ideeën voor hoe hij in zijn werk meer ruimte kon maken voor speelsheid.

Tot hij ging zitten. De stroom stopte en ineens was daar een oud stemmetje: ‘je hebt wel voor brood op de plank te zorgen, in je onderhoud te voorzien’. We konden deze nu echter rustig afpellen: wat wil die stem zeggen, waar komt die voor op? Door die overtuiging niet weg te drukken, maar ook de wens om meer creativiteit toe te laten er gewoon te laten zijn, ontstond meer ruimte en mildheid. Nu hij er zo naar keek kon het in zijn ogen best samen: hard werken en spelen.

 

Laten stromen

Als coach is dit denk ik deel van ons werk: zorgen dat iemands ideeën over wat je werkelijk wilt en kunt weer gaan stromen. Zodat je nieuwe mogelijkheden voor je ziet, met de zelfverzekerdheid dat je dit ook kunt, dat ze bij je horen. Soms ervaar ik het zelfs eerder als een moment waarop iemand niet iets nieuws ontdekt, maar eerder iets ouds en vertrouwds, waarvan diegene dacht dat hij het kwijt was. Een oorbel die je verloren was, maar die bij een voorjaarsschoonmaak of verhuizing ineens in een vergeten kistje blijkt te liggen. Het was er al, maar je zag het niet omdat je op een andere plek zocht. Zo is denk ik ook onze rol als coach om een plek te maken waardoor mensen weer vanuit een ander deel van zichzelf naar hun eigen vraagstuk en zichzelf kijken, zoals het in Voice Dialogue zo mooi heet. Een deel dat misschien is ondergesneeuwd door een ander deel van jezelf, of dat je weggeduwd hebt omdat je denkt dat het niet helpend is, maar dat wel bij je hoort en tot je beschikking is. We hebben allemaal meerdere 'ikken' en het scheelt welke je vooraan zet. Zo kan iemand die gewend is om te kijken vanuit haar innerlijke ‘harde werker’ ineens heel andere dingen ontdekken als ze vanuit haar ‘vermoeide zelf’ kijkt. En iemand die zijn ‘serieuze analyticus’ even loslaat en zijn ‘creatieve dromer’ aan het woord laat, krijgt vanzelf andere ideeën dan gebruikelijk, die net zo eigen zijn.

 

Tijdens de coaching kun je die andere invalshoek, dat andere deel, opzoeken, maar nooit afdwingen of plannen. Vooraf weet ik immers niet wat het andere perspectief kan zijn dat ook bij deze persoon hoort. Ik kan het als coach wel opmerken als die zich aandient, en de coachee ondersteunen om er even helemaal in te stappen en vanuit die 'ik' en dat gevoel naar zijn of haar eigen vraagstuk te kijken. Lichte, lichaamsgerichte oefeningen, al zijn ze maar zo simpel als even diep doorademen of gaan staan, helpen daar vaak bij. Net als verbeelding uitnodigen. Via metaforen of letterlijk met tekeningen of foto’s. Associatief komt een coachee soms sneller bij ‘vergeten’ delen van zichzelf die hij of zij ook kan inzetten. Want dat is misschien wel de overtuiging waarmee je als coach in dit soort situaties het meeste waarde toevoegt: dat iemand in principe alles al in huis heeft om zijn of haar eigen vraag te beantwoorden. Onze rol is vooral helpen kijken, zoeken, (her)ontdekken op een andere manier dan iemand tot op dat moment gewend is.

 

Inspiratiebronnen:

  • Van burn-out naar levenszin - Jane Alice Coerts
  • Ik ken mijn ikken - Karin Brugman, Judith Budde, Berry Collewijn
  • De kunst van leiderschap in tijden van verandering - Eric Koenen

 

NB De namen Bea en Karl zijn gefingeerd, en de situaties licht aangepast zodat ze niet herleidbaar zijn.