successen

Verbeteren van de kwaliteit van halffabricaten in de fabriek


Dit is de vijfde blog in een serie waarin we verslag doen van betekenisvolle momenten in een fabriek waar de medewerkers betrokkenheid willen vergroten. Hun ambitie is te bouwen aan een betere omgeving waarin alle medewerkers met plezier het beste van zichzelf kunnen en willen inzetten. Deze medewerkers werken bij Punch Powertrain, een fabriek waar onderdelen van versnellingsbakken voor auto’s geproduceerd en geassembleerd worden. Na een actie-onderzoek zijn vier verandervraagstukken opgespoord. De groep die het actie-onderzoek deed heeft elk gekozen voor een vraagstuk waar zij werk van willen maken. In deze blog komt aan bod hoe de groep met het onderwerp ‘werken aan kwaliteit’, te werk ging.

 

Van weten naar beleven

Iedereen weet dat kwaliteit belangrijk is. Niemand die eraan denkt om het tegendeel te beweren. Interessant is de vaststelling dat het lang niet altijd duidelijk is hoe je als werknemer zelf kan bijdragen aan die kwaliteit: Welke invloed kan ik persoonlijk nemen en hoe verhoudt mijn persoonlijke actie zich tot de kwaliteit van het uiteindelijke product? Een impliciete overtuiging die we vaak tegenkomen is dat als het lukt om kwaliteit te leveren, dat dit dankzij de machines is, en dat als er slechte kwaliteit geleverd wordt, het aan de mensen ligt…

 

Hier ontstaat een boeiend vraagstuk waar deze werkgroep zijn tanden in wilt zetten, en af en toe zelfs bijna op stukbijt. Het lastige is namelijk dat er al zoveel initiatieven zijn die gaan over verbeteren en meten van kwaliteit: een heel arsenaal aan  procedures zoals Integrale Kwaliteits-Zorg (IKZ), voorgeschreven metingen, werkinstructies aan de machines, Q-trefpunten waarin kwaliteit besproken wordt en interne audits. En toch bestaat het beeld dat kwaliteit over iets gaat dat niet in deze procedures vast te leggen valt. Daar proberen we grip op te krijgen.

 

Als je mensen vraagt wat beter kan, dan komt er niets!

Het Q-trefpunt is een dagelijkse bijeenkomst waar operatoren met hun ploegleider of voorwerker samenkomen en de kwaliteit van de halffabricaten bespreken. Als er teruggestuurde onderdelen zijn uit China waar fouten in zitten, dan worden die bekeken. Als er rapporten zijn met aandachtspunten vanuit de afdeling kwaliteit, dan komen die aan bod. Het idee bestaat dat deze korte bijeenkomsten veel effectiever kunnen worden. Nu is het vaak eenrichtingsverkeer vanuit de ploegleider naar de teamleden. Terwijl men de operatoren veel meer zou willen activeren.

 

De groep zet de vraag uit bij de operatoren: hoe denken zij dat het Q-trefpunt beter benut kan worden? Het resultaat is voor hen nogal teleurstellend. Er komt namelijk niet zo veel. Blijkbaar is het nog niet zo makkelijk om plots met nieuwe ideeën te komen voor verbetering. Men heeft daar kennelijk nog geen beelden bij. De trekkersgroep is toen zelf met voorstellen gekomen die intussen ook goed onthaald zijn: zo is er bijvoorbeeld een manier bedacht om de actielijst te verbeteren. De to-do-lijst bevat enkel nog actuele punten. Ook is initiatief genomen om de ploegleiders te helpen zich beter voor te bereiden op hun rol in het Q-trefpunt. Het lukt nu veel vaker er een bijeenkomst van te maken waarop niet ‘het lijstje voorgelezen wordt’.

 

Toch blijft het een beetje knagen dat het initiatief bij de trekkers blijft. We kijken samen naar de rolverdeling en welke verantwoordelijkheid bij wie ligt in het zorg dragen voor kwaliteit. Al snel blijkt dat de trekkers de verschillende rollen zelf vervullen: ze nemen initiatief, ze zorgen dat het er komt en ze zijn daarbij ook nog eens ondersteuner van het proces. Hoe ze het willen is dat de verantwoordelijkheid en de aandacht voor kwaliteit helemaal komt te liggen bij de groepschefs en de operatoren. Zo kunnen zij een ondersteunende en faciliterende rol spelen, in samenwerking met de mensen van de kwaliteitsdienst. Dit inzicht helpt. Daarnaast suggereren we om eerst wat andere vragen te stellen aan de medewerkers in plaats van meteen ideeën te vragen. Vragen zoals: wanneer heeft een Q-trefpunt je geholpen om je werk anders, beter te kunnen doen? Wat maakt het voor jou de moeite waard om deel te nemen aan deze bijeenkomst?

 

Tijdens het overleg waarin we de voortgang van de experimenten en ervaringen bespraken, hing de lucht vol spanning: het gevoel van vastzitten, teleurstelling dat mensen van de werkvloer het niet sneller zelf oppakken, vermoeidheid op de rol van trekken en zelfs een beetje sleuren, hoe kunnen we nu verder?

 

Als begeleiders brengen we het laagje dieper op de agenda, namelijk het delen van beelden rond “goede kwaliteit”, de persoonlijke beleving en de manier waarop je zelf hierop invloed kan nemen. Hier gaan we mee aan de slag.

 

Beelden bij kwaliteit verzamelen in de kantine

Als je een nieuwe aanpak voorstelt, werkt het vaak beter om deze gewoon te doen en uit te proberen, in plaats van het eerst heel lang uit te leggen en anderen te gaan overtuigen dat het kan werken. Daarom gingen we eerst met de mensen van de trekkersgroep aan tafel: eentje die vol lag met sfeerkaarten. Aarzeling en ook wat weerstand is voelbaar bij hen. “Wat is dit nu weer? Wij zijn wel nuchtere productiejongens…”. De opdracht is: “Kies een kaart die voor jou het best laat zien wat kwaliteit hier voor jou in het werk betekent”. Binnen vijf minuten kwamen deze beelden en deze uitspraken boven:



We worden er allemaal stil van. We beslissen om meer van die verhalen te verzamelen. We maken een beeldentafel in de kantine en zorgen voor koffie. Er komen prachtige uitspraken, er ontstaat telkens een gesprek waarin mensen heel persoonlijk hun beeld geven op kwaliteit en wat het voor hen betekent in het werk. Ook staan we stil bij manieren waarop zij invloed kunnen nemen op die kwaliteit. Het gaat vaak over alertheid en dingen onmiddellijk melden. Het inzicht en besef ontstaat dat elke schakel, dus ook de hunne, het verschil kan maken. Het gevoel van verantwoordelijkheid naar collega’s en zeker ook naar de chauffeur die straks in een auto rijdt waar de hier gemaakte transmissie ingebouwd is.

 

Dankzij de foto’s komen heel andere dingen boven tafel dan in de eerdere gesprekken. Mensen spreken meer vanuit wat voor hun persoonlijk beleving over wat voor hen belangrijk is rond kwaliteit, aangevuld met eigen voorbeelden en situaties. Zo zien ze meer en concretere ruimte voor eigen invloed, dan wanneer ze in een abstractie en veralgemening blijven hangen, zoals “men zou dit of dat moeten”. De beelden met de uitspraken krijgen ingelijst  een mooie plek in de gang.

 

Zonder maatje lukt het niet

Het lukt niet altijd om iedereen aan boord te houden, zelfs niet in een proces rond betrokkenheid. In deze groep hebben we daar even mee te maken gehad en daar ook weer van geleerd. Bij aanvang hebben we met elk trekkersgroepje goed besproken wat maakt dat ze kiezen om mee te doen (we hebben in het hele proces telkens  gewerkt op basis van vrijwilligheid), hun affiniteit met het thema bevraagd en de beelden die ze bij de gewenste verandering hadden, opgespoord. Het was niet zo makkelijk om een omvangrijk thema als kwaliteit te pakken in kleine behapbare experimenten. In deze trekkersgroep gingen mensen soms alleen aan de slag met een experiment en soms samen. Hoewel dit gebeurde vanuit de beste intentie (“we houden het klein en behapbaar”), leidde het tot verdeling in de groep. We komen erachter dat het niet werkt als iemand helemaal alleen aan de slag gaat. Vernieuwen doe je niet alleen... Een maatje is belangrijk.

 

____________________________

 

In de eerste blogreeks zijn de volgende blogs verschenen: