er was eens 2

Diese Seite ist auf Deutsch nicht verfügbar. - lesen auf Niederländisch:


Vol concentratie lezen we het uitgeprinte A4-tje dat we alle acht op onze schoot hebben liggen. Vanuit de andere kant van de ruimte komt het geluid van het wekelijkse biljartuurtje onze kant op, gemixt met het ritmische getik van het mes van de vrijwilligster die uien snijdt voor de buurtmaaltijd. Maar bij ons is het stil. We lezen iemands persoonlijke verhaal, een stukje intimiteit zwart op wit, en dat verdient onze aandacht. Het raakt.

 

Af en toe kijkt iemand tijdens het lezen op naar de auteur van het verhaal, een van de mede-deelnemers van de leergang die we vandaag afsluiten. Alsof we proberen deze persoon voor ons te rijmen met de persoon op papier. Hetzelfde, en toch anders. Herkenbaar en verrassend. Als iedereen is uitgelezen, volgen de vragen. Hoe was het om dit moment op te schrijven? Welke nieuwe inzichten heeft het zo opschrijven gebracht? Nadat we uitgepraat zijn over dit verhaal, pakken we het volgende verhaal erbij, totdat we ieders verhaal hebben gelezen en besproken. 

 

Schrijfprincipes  

De uitnodiging die we een paar weken eerder aan de groep deden was om elk hun eigen verhaal over de leergang op te schrijven. En niet zozeer door een samenvatting te geven van alles wat er gebeurd was, maar door in te zoomen op een concrete situatie of een moment dat voor hen de essentie raakt van wat de leergang voor hen heeft betekend. En we gaven daar een aantal ‘schrijfprincipes’ bij:

 

  • Beschrijf een concreet moment of situatie en schrijf alle zintuigelijke details: wie, wat, waar, maar ook: hoe zag het eruit? Hoe klonk het? Hoe rook het? Wat gebeurde er in je lichaam? 
  • Schrijf wat er intuïtief in je opkomt: geef jezelf toestemming om voor een bepaalde periode je pen niet van het papier te halen of te blijven typen. Alles wat je schrijft is goed, inclusief spellingsfouten. Later kun je eventueel de tekst corrigeren en aanpassen. 
  • Volg de energie of zoek de spanning op: ontdek tijdens het schrijven waar je meer over wilt schrijven. Wat wekt je interesse? Of: wat wil je eigenlijk liever uit de weg gaan? 
  • Probeer van binnenuit de ervaring te schrijven in plaats van over de ervaring: In het Engels noemen we dit ook wel ‘with-ness writing’ in plaats van ‘about-ness writing’. Of een vergelijkbaar advies: ‘show the reader, instead of tell the reader’. 

 

Deze principes zijn deels geïnspireerd op Barbara Turner-Vessalago’s methode van ‘Freefall Writing’ en op John Shotter’s gedachtegoed, maar ook op onze eigen ervaringen in het samen met collega’s schrijven van de boeken ‘De imperfecte adviseur’ en ‘Leven van je tijd’. Alle principes zijn erop gericht om vrij te kunnen schrijven, van binnenuit jezelf en de ervaring. En om weer even ‘in’ het moment te stappen waar je over schrijft. 

 

Wat maakt dat dit werkt? 

Ondertussen hebben we (een variatie op) deze schrijfinstructie al meerdere keren gebruikt. Met mensen die elkaar goed kennen, maar ook met mensen die elkaar nog nauwelijks kennen. Met uitwerktijd tussen het schrijven en het daadwerkelijk delen van het verhaal, maar ook door onmiddellijk te delen wat je hebt opgeschreven. Met een groep van zes, maar ook met een groep van veertig. Iedere keer merken we dat er bijzondere inzichten en bijzondere ontmoetingen ontstaan.

 

Wat maakt dit nou zo’n krachtige interventie? Ons valt een aantal dingen op: 

  • Schrijvend denken: tijdens het schrijven komen er andere inzichten, zeker bij deze manier van schrijven die niet zozeer uit het hoofd komt, maar ongefilterd vanuit de ervaring zelf. Al schrijvend kom je tot nieuwe inzichten waarvan je niet wist dat je ze had. Of vind je woorden voor een gevoel dat al langer sluimerde. Zeker mensen die ‘introverter’ of ‘secundairder’ zijn, voelt schrijven vaak als een fijnere manier om gedachten te ordenen en verwoorden dan in gesprek.
  • Auteurschap: En zodra er iets op papier staat, kun je ernaar kijken en het onderzoeken. Chene Swart noemt dit ook wel ‘separatie’. Nu het verhaal op papier staat, kun je het pas echt goed bekijken. Hoe beïnvloedt dit verhaal mijn keuzes? En vervolgens ook je positie ten opzichte van dat verhaal bepalen: wil ik hier meer of minder van in mijn leven? Dit helpt om zelf weer de auteur van je eigen verhalen te worden. Door iets zwart op wit te zetten ontstaat er daarmee juist ruimte om te onderzoeken en te nuanceren, om nieuwe alternatieven te verkennen, in plaats van dat je iets vastzet zoals de uitdrukking ‘het staat zwart op wit’ suggereert. 
  • De kracht van momenten: In een specifiek, concreet moment zit een enorme rijkdom. De uitnodiging om dat ene moment uit te schrijven en verdiepen helpt om van binnenin het moment te stappen in plaats van erover te schrijven. John Shotter noemt dit ook wel ‘with-ness’ denken in plaats van ‘about-ness’ denken. In een moment komt alles samen, en momenten zijn een stukje van onze ‘geleefde realiteit’.
  • Intimiteit & Kwetsbaarheid: Het vervolgens delen van de geschreven verhalen zorgt telkens voor verdieping in de relatie. De intieme relatie tussen de auteur en het papier, blijkt van een andere kwaliteit dan de intimiteit die normaalgesproken in gesprek ontstaat. Het vervolgens lezen en delen van die intieme verhalen is spannend, maar zorgt ook voor een snelle verdieping in de relatie. Je ziet ineens een hele andere kant van je collega of die wildvreemde tegenover je. En nodigt uit om kwetsbaarheid als kracht te zien.

 

 

Joeri Kabalt, Martijn van Ooijen, Koen Weber en Lieve Scheepers werken als organisatieadviseur en coach veel met verhalen en narratieve technieken. Om betekenis en beweging te creëren binnen individuen, teams en organisatie-veranderprocessen. Ze verzorgen vanaf dit najaar een leergang Verhalend Veranderen.

 

 

Meer lezen?