positiefonderwijs3

Positief onderwijs: van vastlopen naar vrij denken bij jongeren


Jongeren stellen zich in hun puberteit vaak wezenlijke vragen. Dat hoort bij alle emotionele en fysieke veranderingen die er plaatsvinden. Naast die grote veranderingen leren ze in diezelfde tijd ook redeneren. De antwoorden die ze vinden en de keuzes die ze maken vormen jongeren tot wie ze zijn. Als we ze in deze vroege fase vanuit positieve aandacht ondersteuning kunnen bieden, dan kunnen ze deze ‘life skill’ ook de rest van hun leven toepassen. Want urgente vragen en uitdagingen blijven tenslotte in iedere fase van ons leven terugkomen.

 

Vastloopmomenten

Ieder van ons loopt weleens vast. De momenten verschillen in impact, tijdsduur en in ernst. De aanleiding is echter vaak vergelijkbaar: als we vastlopen heeft dit vaak te maken met (onbewuste) (collectieve) conditioneringen die je belemmeren. Toen ik niet zolang geleden zelf vastliep in mijn werk en leven, hielp het me om het verschil te ontdekken tussen creatie en reactie.

 

Mijn gedachtenpatronen nam ik onder de loep en kwam tot de ontdekking dat ik de neiging heb om te ‘reageren’ op belemmerende situaties. Ik pas de situatie aan, mijn omgeving en mijn negatieve gedachtes erover. Daarmee haalde ik het beste uit de situatie –  althans, dat dacht ik.

 

Ik kwam echter tot de ontdekking dat ik met dat patroon van aanpassen - een hardnekkige persoonlijke conditionering - mezelf in de weg stond om te gaan ontdekken wat ik belangrijk vind. Waar wil ik het verschil in maken? Wat telt voor mij? Ik stelde mezelf de vraag: als ik vrij zou zijn van mijn aanpassingsvermogen wat ga ik dan in de wereld zetten? Oftewel: wat ga ik dan creëren?

 

In ons leven bouwen we onbewust en onbesproken veel conditioneringen op -  dat begint al in onze vroege jaren. Veel van die conditioneringen zijn effectief en helpend. Er zijn er echter ook die ons beperken, en een negatieve invloed hebben op ons welzijn. Het helpt als we ons daar bewust van kunnen worden, als we ze kunnen onderzoeken. Dat is de eerste stap om ze eventueel te vervangen of opzij te leggen. 

 

De piek

De Wereldgezondheidsorganisatie meldt dat tegen 2030 depressie en psychische problemen één van de meest voorkomende en kostbaarste ziekten zullen zijn. Juist onder jongeren. Sterker nog, er is een verschuiving gaande in leeftijd als het gaat om depressie. Het manifesteert zich steeds vaker in de vroege adolescentie in plaats van in de volwassen fase. Een zorgwekkende ontwikkeling als je het aan mij vraagt.

 

Wat als we ons juist bij jongeren, op school al, meer richten op creatie, in plaats van reactie? Om mijn systeem weer te laten werken was het belangrijk om me bewust te worden van de conditioneringen die mij in de weg stonden. Vanuit die vraag en antwoorden kon ik leren vrijer te handelen. Los van bestaande en niet werkende concepten. Vrij om nieuwe concepten te creëren. Om juist datgene dat ik belangrijk vind te ontdekken en in de wereld te zetten.

 

Vrij(moedig)

Kunnen we leren onszelf vrij te maken? En hoe kunnen we jongeren deze life skill leren? Grote denkers zijn vaak vrij. Vrij van bestaande concepten, systemen en laten andere denkbeelden graag toe. Het Hyperion Lyceum in Amsterdam experimenteert met het vak ‘grote denkers’ waarin de module ‘Psychologie’ is opgenomen in het bestaande curriculum. Jongeren leren tijdens dit vak een eigen perspectief te vormen op de wereld om hen heen en hun eigen plek daarin. Ik denk dat dit een opstap is tot ‘vrij maken’ en creatie.

 

Niet alleen voor het welzijn van jongeren zelf is het dus belangrijk aan die vaardigheid aandacht te besteden. Kunnen creëren is ook nodig om complexe vraagstukken in de wereld aan te pakken. Ze vragen immers niet om veranderingen of aanpassingen. Het vraagt iets nieuws, wat bedacht en gemaakt moet worden vanuit het niets. Vrij van belemmerende conditioneringen.

 

Onze conditioneringen

Vraag die mij nu bezighoudt: welke niet werkende (collectieve) conditioneringen hebben we eigenlijk in het onderwijs? Bij onszelf, in de rol als docent of begeleider? Denkbeelden over de jongeren en over onze rol?  Welke collectieve aannames beperken ons in hoe we het onderwijs en curriculum inrichten? Stel dat we daar vrij van zijn en vrij(er) gaan denken, met welke nieuwe ideeën komen we dan om jongeren en onszelf te laten floreren? 

 

Bronnen